Regelmatig lees je het advies van deskundigen om denk-stimulerende vragen te stellen aan kinderen of jongeren [1]. Maar waarom zou je als ouders of als leerkracht deze vragen stellen? En wat zijn nu precies deze denk-stimulerende vragen - ook wel denkvragen genoemd? En hoe kun je deze vragen het beste stellen? In deze bijdrage vind je een antwoord op deze drie vragen waarbij we putten op onze eigen ervaringen met filosofische gesprekken en moreel beraad, we gebruik maken van de ervaringen van collega-docenten en natuurlijk literatuur / onderzoek. Met andere woorden: een bijdrage over de kunst van het stellen van goede denkvragen.
Laatst bijgewerkt op 17-10-2017
Actueel 02-07-2023
  

De voordelen van het stellen van denkvragen

Het op een vragende manier in gesprek zijn, uitdagen en inspireren, is om meerdere redenen goed. In de literatuur worden veel positieve gevolgen genoemd al zijn deze (nog) niet altijd wetenschappelijk bewezen [2]. Maar het stellen van denk-stimulerende vragen kan leiden tot o.a.:
 
  • het ontwikkelen, bijstellen en aanscherpen van eigen ideeĆ«n en mensbeelden
  • het laten nadenken over zaken waar anderen (denk aan tieners) nog niet vaak bij stil staan
  • het nadenken over de eigen vooronderstellingen
  • het nadenken over de houdbaarheid van wat beweerd wordt / de waarde van feiten
  • het nadenken over mogelijke toekomstige consequenties
  • het voorstellingsvermogen
  • het vermogen nieuwe dingen te ontdekken
  • het vermogen zichzelf intellectueel uit te dagen
  • het besef intellectueel te kunnen groeien


Denkstimulerende vragen


Maar wat zijn dan precies denk-stimulerende vragen?

Denkstimulerende vragen zijn vragen die het denken stimuleren Ć©n bij voorkeur het denken op een hoger niveau tillen [3].

Het is waardevol om drie niveaus van denkvragen te onderscheiden:

1. Hoofdvraag / onderzoeksvraag / themavraag
2. Startvraag
3. Doorvragen / vervolgvragen

1. HOOFDVRAGEN

Vaak zal in een vraaggesprek een bepaald thema centraal staan; een onderwerp dat vraagt om besproken te worden. Een onderwerp waarover mogelijk de meningen verschillen (en als het tussen ouders en kids gaat misschien zelfs enige irritatie over is):

Je kunt om te beginnen denken aan maatschappelijke thema's als abortus, euthanasie, de doodstraf, geloof / religie, terrorisme e.d. Maar ook aan met behulp van minder zware onderwerpen kun je het denken op een hoger niveau tillen. Dit kunnen onderwerpen zijn die bijvoorbeeld met een schoolvak hebben te maken als persoonlijke thema's (gebruik social media, gebruik smartphone, tv, aantal uren gamen, gedrag thuis, studie, et cetera).
 
Deze onderwerpen kun je in een hoofdvraag zetten. Als je kijkt naar de verschillende soorten kennis dan zie je vaak de volgende drie soorten vragen terug:

1.1. De hoofdvraag is een beschrijvende kennisvraag

Dit zijn vragen waarbij onderzocht wordt wat een bepaald begrip betekent; wat een bepaald concept inhoudt. Binnen deze categorie vragen vallen ook de vaak klassieke socratische vragen. Voorbeeldvragen:

  • Wat is rechtvaardigheid (voor je)?
  • Wat betekent het (voor jou) om moedig te zijn?
  • Wat betekent het om een leerling te zijn?
  • Wat is vriendschap?
  • Wat is (voor jou) een deugdzaam leven?



1.2. De hoofdvraag is een oordelende kennisvraag.

Bij dit soort denkvragen vraag je de ander naar zijn of haar oordeel. Met name zal de vraag zijn wat iemand in morele zin ergens van vindt (het toetsingskader is "het moreel juiste"; zie hier voor een toelichting).

Je moet het onderscheid tussen beschrijvende en oordelende kennisvragen niet te nauw nemen. Er is namelijk een grijs gebied tussen beschrijvende denkvragen en oordelende vragen. Als iemand zegt "Dit is de beschrijving die ik aan begrip x wil geven." geeft iemand immers ook impliciet een oordeel ("Dit is de juiste beschrijving van x."). Zie voor een uitgebreidere toelichting deze bijdrage.

Bij oordelende kennisvragen wordt expliciet een mening bevraagd [4]. Dit kunnen meningen over concrete kwesties zijn maar ook over meer abstracte kwesties:
 

1.3. De hoofdvraag is een adviserende kennisvraag.

Dit zijn vragen waarbij je de ander om advies vraagt en je de ander het advies laat doordenken. Het is een vraag naar hoe te handelen. Deze vragen hebben bij voorkeur de vorm hebben van hulp-vragen. Dergelijke vragen hebben als interessante bijkomstigheid dat ze de ander niet enkel laten meedenken wat betreft de kwestie maar ook van de ander - als hulpgever - hiermee een sociale rol vragen.

Denk aan vragen als:
 
  • Hoe kun je het beste omgaan met een vervelende docent?
  • Wat kun je doen tegen luie medestudenten waar je afhankelijk van bent?
  • Hoe ga je bij voorkeur om met planningsproblemen?
  • Hoe zou jij [x] aanpakken?


Denkvragen: van hoofdvraag naar een goede startvraag


2. STARTVRAGEN

Als je een van bovenstaande hoofdvragen direct stelt, zullen veel gesprekspartners je met glazige ogen aankijken. De kunst is daarom om in plaats van deze hoofdvraag een gesprek met een goede startvraag te openen. Een goede startvraag is een prikkelende vraag die uitnodigt (zowel om over het thema te hebben als om direct te beantwoorden), die zelf niet onduidelijk is (zelfs een gesloten vraag kan geschikt zijn) en die dus een inhoudelijk verband heeft met het centrale onderwerp [5].

Om tot goede startvragen te komen, zijn er verschillende methodes. Bijvoorbeeld:
 
  • Denksleutelvragen: begin met een vraag op basis van de denksleutels. Zie hier voor een toelichting en voorbeelden van dit soort denkvragen 
  • Voorbeeldvragen: volg de socratische methode en vraag eerst naar een voorbeeld waarin de kwestie zich heeft voorgedaan.
    • Heb je wel eens te maken gehad met ...
    • Heb je zelf wel eens mogen ervaren dat ...
    • Ken jij eigenlijk een voorbeeld van ...
    • Wanneer heb je voor het laatst eigenlijk ...
  • Gedachte-experimenten. Met name eenvoudige, hypothetische vragen kunnen goede startvragen zijn. Dit zijn bijvoorbeeld wat-als-vragen of stel-dat-vragen:
    • Wat zou er gebeuren als de week een dag langer zou zijn?
    • Stel dat jij directeur was van deze school, wat zou je dan doen?
    • Stel dat we kinderen stemrecht zouden geven, zou dan het land er beter op worden?
    • Wat als jij je smartphone drie maanden niet kon gebruiken, wat zou dit met je doen?
    • Klik hier voor meer vragen!

Een voorbeeld:
Een hoofdvraag "Wat is rechtvaardigheid?" zal niet iedereen even enthousiast maken. Beter is een startvraag als (1) "Zeg, wat ik me afvroeg, ken je een vraag waarop je altijd moet antwoorden: 'Ja, als iemand mij zo behandelt, vind ik het altijd wel ok?" (denksleutels: de vraag) of (2) "Hoe bevalt school je eigenlijk: merk je dat leerlingen soms onrechtvaardig door docenten behandeld worden? Ken je voorbeelden? Je leest hier wel eens over namelijk." (socratische methode) of (3) een gedachte-experiment als John Rawls´ sluier van onwetendheid of "Ok, stel jij bent dictator en je mag zelf de regels van een land bedenken: welke regels hoe wij met elkaar om zouden moeten gaan, zou je bedenken?" 

3. DENKVRAGEN OM DOOR TE VRAGEN / VERHELDERINGSVRAGEN / VERDIEPINGSVRAGEN

Als de startvraag is beantwoord, is het tijd om door te vragen. Je kunt dit doen met denkvragen die je bij ieder onderwerp / bij iedere startvraag kunt inzetten [6]. Vanuit verschillende methoden en technieken worden hiertoe allerlei suggesties voor vervolgvragen gegeven [7]. O.a. de volgende vragen zie je hier terug:
 
  • Begripsvragen / vragen naar helderheid / vragen naar betekenis (zoals inhoudelijke socratische vragen)
  • Algemene Bewijsvragen: vragen naar redenen en argumenten
  • Vragen naar voorbeelden
    • Doelvragen
    • Vragen naar alternatieven
      • Vragen naar gevolgen en voorspellingen
      • Vragen naar aannames / vooronderstellingen
      • Vragen naar mogelijke vragen
      • Vragen naar associatie en gelijkenis
      • Metavragen over het gesprek / het proces zelf


      Buitencategorie denkvragen

      WAT BETEKENT HET OM EEN DENKEND WEZEN TE ZIJN?
      Een speciale categorie denkvragen zijn de vragen waarmee je iemand kunt uitdagen over zichzelf als denkend wezen na te denken. Het zijn eigenlijk een soort meta-denkvragen. De vragen  zijn niet bedoeld om iemand te laten nadenken over een bepaald onderwerp maar om te laten nadenken over het denken.

      Om een idee te krijgen om wat voor een soort vragen het dan gaat, is het waardevol om als startpunt  het lijstje van Terry Heick (@TeachThought). Het is een aardig lijstje met denkvragen dat helaas nauwelijks in Nederland lijkt te zijn opgepakt. Omdat de vragen je wel kunnen helpen om begrip te krijgen van vragen in deze categorie (en om bijvoorbeeld in te zetten op het moment dat je in gesprek bent met een tiener) volgt hieronder het lijstje maar dan vertaalt:

      1. Wat weet ik?
      2. Waar ben ik nieuwsgierig naar?
      3. Welke vragen en antwoorden hebben anderen voor mij gehad?
      4. Wat hebben de mensen naast mij nodig van mij?
      5. Wat heb ik van hun nodig?
      6. Wat is het waard om te begrijpen?
      7. Wat is het verschil tussen waarnemen, kennen en begrijpen?
      8. Wat zijn de grenzen van kennis / mijn kennen?
      9. Welke invloed heeft onzekerheid op mij als denker?
      10. Wat "doe" je met kennis?
      11. Wat vraagt de samenleving van mij en ik van de samenleving?
      12. Waarom zou je leren?

      Is dit vragenlijstje volledig? Zeker niet. Een cursus epistemologie / kennistheorie zal je al snel snel leren dat er nog veel meer van dit soort vragen te stellen zijn. Maar het lijstje biedt wel een mooi startpunt om iemand mee uit te dagen.

      Tips voor stellen denkvragen


      Tips voor het stellen van goede denkvragen

      Het stellen van denkvragen en vervolgvragen vraagt enige oefening. De volgende tips kun je misschien hierbij helpen: 
       
      1. Stel in beginsel open vragen
      Open vragen leiden - zoals je waarschijnlijk wel weet - eerder tot uitgebreidere antwoorden. Deze hebben dus vaak de voorkeur. Maar let op: stel soms ook een gesloten vraag om vervolgens de ander de ruimte te geven te nuanceren [8]. Een dergelijke aanpak leidt vaak tot meer scherpte in een gesprek. Het dwingt de ander namelijk om eerst een positie in te nemen. Dit maakt een gesprek minder vrijblijvend.

      2. Ga elkaar niet te snel veroordelen
      De kunst van het stellen van goede denkvragen vraagt van je om niet te snel over elkaar te oordelen (zie ook deze vraagtip). Stel eerst vragen die je helpen de ander te begrijpen. Hieronder vallen ook de vragen waarmee je kunt vaststellen wat de ander boeit. Hieruit volgen vaak wel de juiste denkvragen. Al blijft het lastig:

      Een voorbeeld. Als een tiener aangeeft dat een bepaald vak op school hem of haar niet boeit dan zullen veel ouders de neiging hebben hiertegen in te gaan. Ten eerste wordt het oordeel van de tiener veroordeeld ("puberaal gedrag weer") en vervolgens zullen door de ouders of docenten argumenten  aangedragen worden waarom het vak wel erg belangrijk is (voor de toekomst van de tiener). Ook hadden echter vragen gesteld kunnen worden als Waarom boeit jou het vak dan niet? Wat verwacht jij dan van een vak? Waarin verschilt dit vak dan van andere vakken? Was dit altijd al zo? Hoe zou je het voor jezelf boeiender kunnen maken?

      3. Wees niet alwetend
      Als jij alles al denkt te weten of weet, dan zal geen gesprek ontstaan. Wees nieuwsgierig. En sta open voor de mogelijkheid dat ook jij niet alles weet. Ga er niet vanuit dat jij het wel weet.

      4. Stimuleer niet alleen het denken maar ook het hogere orde denken
      Denk-stimulerende vragen zijn vragen die het denken stimuleren. Stop echter niet bij het stimuleren van het denken. Stimuleren van het denken zegt nog niets over de kwaliteit van het denken. Het is al goed als je iemand aanzet tot denken maar het is nog beter als je iemand beter kunt laten denken. Gebruik hiertoe de juiste vervolgvragen.

      5. Onderschat niet de meerwaarde van een goede startvraag
      Het bedenken van een onderwerp - en dus van een hoofdvraag - is niet zo moeilijk. Vaak is al duidelijk waarover gesproken gaat worden of moet worden. Dit kan bijvoorbeeld ingegeven zijn door de lesstof (bij een docent) of bij een situatie thuis (bij een ouder). Het probleem is eerder het spontaan bedenken van een goede startvraag.

      Als je daarom van te voren al weet dat je over een onderwerp wilt praten, dan kun je beter van te voren ook even nadenken over je startvraag. Het stellen van een goede startvraag is namelijk erg belangrijk. De kwaliteit van je vraag zal bepalen of de ander wel of niet in gesprek met je wil gaan en over een onderwerp wil nadenken.

      Naast de vraag zelf, kun je ook beslissen of en hoe je de vraag gaat inleiden. Voorbeeldvragen:
       
      • Wat ik vandaag toch op de radio hoorde ...
      • Zo, ik las vandaag een onderzoek en hieruit bleek ... 
      • Een college vertelde me vandaag dat ... 
       
      Tip: ook een compliment kan een goede manier zijn om je startvraag in te leiden. Meer over de waarde van het maken van een goed compliment als inleiding op een vraag vind je hier.
        

      Tot slot

      Aanvullingen, eigen vragen? Leuk! šŸ‘ Reageren kun je "onder de break". Eventuele comments voor het tweede deel kun je natuurlijk ook op de site van TeachThought achterlaten.

      __________

      [1]
      Een recent voorbeeld is de oproep van VU-hoogleraar Neuropsychologie Jelles Jolles, die in het boek Tienerbrein aangeeft dat het waardevol is om met tieners via open vragen in gesprek te gaan en ze aan het denken te zetten Jolles, J. Het tienerbrein, Over de adolescent tussen biologie en omgeving, Amsterdam University Press (2016), bladzijde 163.

      [2]
      Zie bijvoorbeeld voor de meerwaarde van vragen als leerstrategie deze posting op onderzoekonderwijs.net.

      [3]
      In de literatuur wordt ook wel gesproken van een hogere orde van denken (bijvoorbeeld binnen de taxonomie van Bloom). Een andere relevante indeling is die tussen kritisch denken en creatief denken. In deze bijdrage zal ik met name richten op het stellen van positief-kritische vragen.

      [4]
      In de beroepspraktijk staat ook vaak het bevragen van de oordeelsvorming van professionals voorop. Zie hier voor meer informatie.

      [5]
      Het verband tussen de hoofdvraag en de startvraag moet voor de vragensteller duidelijk zijn in tegenstelling tot de persoon die aan het denken wordt gezet  Zie voor een gelijke insteek Bartels, R., Kinderen leren filosoferen, praktijkboek voor leraren, Uitgeverij Agiel (2007), bladzijde 62.
       
      [6]
      Als je de hoofdvraag en startvraag samenvoegt, herken je in bovenstaande indeling de tweedeling die je ook bij filosofische vragen ziet (zie hier).

      [7]
      Ik denk aan Socratische vraagtechnieken (zoals deze twee hoofdvragen), de indeling van Paul en Elder, de taxonomie van Bloom, de positief-kritische vragen van de HART-methode.


      [8] 
      Zo ook bijvoorbeeld Dan Rothstein en Luz Santana (Right Question Institute) in hun Question Formulation Technique (hier kun je meer over hun aanpak lezen).