Stop nooit met vragen stellen: Einstein

Deze quote van Einstein is mooi natuurlijk. En misschien nog interessanter dan hij op het eerste oog lijkt. We zien namelijk twee beweringen waarbij de eerste bewering ("Het is belangrijk om nooit te stoppen met vragen stellen") het standpunt lijkt te zijn en de tweede bewering ("Nieuwsgierigheid heeft z'n eigen recht te bestaan") het argument.

Indien deze quote inderdaad op deze manier gelezen kan worden en dus een redenering is, dan impliceert Einstein dat nieuwsgierigheid en vragen stellen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. En wel op de volgende manier: Het is belangrijk om nooit te stoppen met vragen stellen WANT nieuwsgierigheid heeft z'n eigen recht te bestaan. Dit impliceert indirect dat het stellen van vragen een uiting is van nieuwsgierig zijn.

Je zou natuurlijk ook de redenering kunnen omdraaien. Dat Einstein het volgende zou hebben bedoeld: Het is belangrijk om nooit te stoppen met vragen stellen DUS nieuwsgierigheid heeft z'n eigen recht te bestaan. Of als ik verbindingswoordje want als argumentatieve indicator gebruik: Nieuwsgierigheid heeft z'n eigen recht te bestaan WANT het is belangrijk om nooit te stoppen met vragen stellen. Dit ligt m.i. echter minder voor de hand. De nadruk ligt niet op het bewijzen - of sterker het funderen - van het recht nieuwsgierig te mogen zijn.

Wat Einstein dus lijkt te zeggen is dat omdat iets het recht heeft te bestaan (nieuwsgierigheid) het belangrijk is dat er iets moet gebeuren (vragen stellen). Je zou dit - qua opbouw - kunnen vergelijken met de volgende uitspraak: "Als iemand jou negeert i.v.m. je uiterlijk is het belangrijk om voor jezelf op te komen. Gelijk behandeld worden is een belangrijk recht". Misschien ben je het met de inhoud niet eens maar de opbouw van deze redenering zul je wel begrijpen.

Dit wil trouwens natuurlijk niet zeggen dat Einstein beweert dat het stellen van vragen altijd verbonden is aan nieuwsgierig zijn. Met andere woorden: dat het stellen van een vraag ook altijd iets van nieuwsgierigheid in zich heeft. Einstein lijkt enkel te willen zeggen dat omdat nieuwsgierigheid z'n eigen recht heeft te bestaan, het vervolgens belangrijk is dat je nooit stopt met vragen stellen. 

Drie vragen blijven hangen:
 
  • Indien het een redenering is: hoe verhouden de twee beweringen zich ten opzichte van elkaar? Wat is het standpunt en wat is het argument?
  • Hoe verhoudt het stellen van vragen en het recht om nieuwsgierig te mogen zijn zich tot elkaar? Aan nieuwsgierigheid kun je invulling geven door vragen te stellen. Maar geldt ook het omgekeerde: impliceert het stellen van een vraag ook altijd een bepaalde mate van nieuwsgierigheid?
  • Wat wordt precies bedoeld met "Nieuwsgierigheid heeft z'n eigen recht te bestaan"? Wat wordt precies bedoeld met een eigen recht (in het Engels: "has its own reason for existence")? Waarom heeft nieuwsgierigheid dit eigen recht? Zou je namelijk niet kunnen stellen dat ook nieuwsgierigheid weer belangrijk is om een bepaalde reden? De vraag waarom het waardevol is om nieuwsgierig te zijn vinden we immers niet vreemd (deze posting op Lifehack.org geeft bijvoorbeeld al richting voor een mogelijk antwoord). Dus klopt deze bewering wel?

Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar jouw ideeƫn. Als je eerst nog wat meer context wilt hebben dan zou je nog naar de bron van deze quote kunnen: Einstein: the memoirs of William Miller in Life magazine, May 2, 1955 (blz. 62).


Nieuwsgierigheid en vragen stellen



Aanvullingen? Opmerkingen? Welkom!