Cognitieve valkuilen
Cognitieve valkuil: perceptuele verdediging
Een neiging die verwant is aan tunnelvisie / de confirmation bias is die van de perceptuele verdediging. Dit is de neiging om kennis te negeren die tegen onze bestaande opvattingen ingaat (of ingaat tegen eerdere beslissingen, levensovertuigingen, professionele idealen). Zelfs als deze kennis ons een goede reden zou geven om ons oordeel bij te stellen.
Zowel perceptuele verdediging als de confirmation bias zijn te verklaren uit een overstijgende neiging, namelijk de neiging om onze cognitieve dissonantie te verkleinen. Cognitieve dissonantie staat voor de spanning die we ervaren als we kennisnemen van verschillende opvattingen die niet verenigbaar zijn met elkaar. We hebben een drang deze te verkleinen [3].
Het is interessant om de veronderstelling die de rechtvaardiging is achter deze neiging in te zien:
Feit: Een eerdere uitspraak gaat in tegen mijn pleidooi
Oordeel: De eerdere uitspraak gaat in tegen mijn pleidooi maar die uitspraak doet er niet toe
Onjuiste veronderstelling: Het mag niet zo zijn dat ik dagen werk voor niets heb gedaan.
Toegeven dat we fout zitten: lastig. Iets wat wordt versterkt door de volgende valkuil.
__________
[1]
Een praktisch voorbeeld is de Schiedammer parkmoordzaak. Hier werd aan de afwezigheid van DNA-sporen van de veronderstelde dader Kees B. weinig waarde gehecht. Ten onrechte bleek achteraf. Zie Rassin, E., Waarom ik altijd gelijk heb (over tunnelvisie), Scriptum Psychologie, 2007, bladzijde 160.
[2]
Zie voor een overzichtsartikel voor verder onderzoek (en voor dit voorbeeld noot 13): Kessels, P.C., Patients' memory for medical information, in: Journal of the Royal Society of Medecine, 2003; Vol. 96 (5): bladzijde 219–222.
[3]
Een klassiek boek over dit onderwerp is Festinger, L., e.a., When Prophecy Fails: A Social and Psychological Study of a Modern Group that Predicted the Destruction of the World, University of Minnesota Press, 1956.
Voorbeeld Om aan te sluiten bij het bejaarden-voorbeeld dat je hebt gelezen bij de uitleg van de confirmation bias: iemand die vindt dat bejaarden maar sloom zijn (bijvoorbeeld bij de kassa van een supermarkt) zal een bejaarde die wel snel is mogelijk minder snel opmerken. Als hij of zij hierop gewezen wordt, zal de persoon minder snel geneigd zijn om deze kennis te aanvaarden. In onderzoeken in strafzaken kan perceptuele verdediging ertoe leiden dat de bewering van een getuige dat een verdachte niet in de buurt van het voorval kan zijn geweest, misschien eerder terzijde wordt geschoven dan een opmerking dat verdachte wel in de buurt van het voorval was [1]. Ook in de medische sector vind je perceptuele verdediging. Bijvoorbeeld bij patiƫnten: informatie van een arts die niet in overeenstemming is met ons eigen oordeel horen we niet of vergeten we sneller [2].
Zowel perceptuele verdediging als de confirmation bias zijn te verklaren uit een overstijgende neiging, namelijk de neiging om onze cognitieve dissonantie te verkleinen. Cognitieve dissonantie staat voor de spanning die we ervaren als we kennisnemen van verschillende opvattingen die niet verenigbaar zijn met elkaar. We hebben een drang deze te verkleinen [3].
Voorbeeld (niet willen zien informatie die tegen een beslissing ingaat) Stel een advocaat is dagen in de weer om een pleitnota voor te bereiden voor een megazaak. Centraal hierin staat de keuze van hem voor een bepaalde juridische uitleg van een wet. Hij verwacht hiermee de grootste kans van slagen. Na drie dagen spreekt hij een collega en deze wijst de advocaat op een eerder gewezen arrest dat deze keuze en hiermee ongeveer de hele pleitnota onderuit haalt. Zelfs professionals kunnen het moeilijk vinden om dit te accepteren. Het gevolg: ze gaan het arrest negeren. Een andere mogelijkheid is dat de advocaat dit nieuwe arrest uitlegt in de lijn van de keuzes die hij reeds gemaakt heeft voor de pleitnota.
Het is interessant om de veronderstelling die de rechtvaardiging is achter deze neiging in te zien:
Feit: Een eerdere uitspraak gaat in tegen mijn pleidooi
Oordeel: De eerdere uitspraak gaat in tegen mijn pleidooi maar die uitspraak doet er niet toe
Onjuiste veronderstelling: Het mag niet zo zijn dat ik dagen werk voor niets heb gedaan.
Toegeven dat we fout zitten: lastig. Iets wat wordt versterkt door de volgende valkuil.
__________
[1]
Een praktisch voorbeeld is de Schiedammer parkmoordzaak. Hier werd aan de afwezigheid van DNA-sporen van de veronderstelde dader Kees B. weinig waarde gehecht. Ten onrechte bleek achteraf. Zie Rassin, E., Waarom ik altijd gelijk heb (over tunnelvisie), Scriptum Psychologie, 2007, bladzijde 160.
[2]
Zie voor een overzichtsartikel voor verder onderzoek (en voor dit voorbeeld noot 13): Kessels, P.C., Patients' memory for medical information, in: Journal of the Royal Society of Medecine, 2003; Vol. 96 (5): bladzijde 219–222.
[3]
Een klassiek boek over dit onderwerp is Festinger, L., e.a., When Prophecy Fails: A Social and Psychological Study of a Modern Group that Predicted the Destruction of the World, University of Minnesota Press, 1956.