In eerdere bijdragen heb je kun lezen over argumentatiestructuren. Ik heb hierbij diverse voorbeelden gegeven. In deze voorbeelden zag je steeds een standpunt ingenomen worden met daarbij als argumentatie een of meerdere argumenten ter ondersteuning van dit standpunt. Met andere woorden: de argumenten onderbouwden het standpunt dat ingenomen was. Dit noem je pro-argumenten. Maar (bijna) ieder standpunt kent ook wel tegenargumenten: argumenten die het standpunt onderuit halen. Deze argumenten worden contra-argumenten genoemd. Maar waarschijnlijk vertel ik je hiermee niets nieuws: de indeling tussen pro- en contra-argumentatie is vaak wel een bekende indeling.

Interessanter is de vraag hoe je dit onderscheid waardevol kunt maken. Om dit te laten zien, is het belangrijk om in te zien dat we van professionals verwachten (als onderdeel van de algemene kennisverwachting) dat ze hun standpunt zo volledig mogelijk onderbouwen. Ik zal hier later uitgebreider op terug komen maar we verwachten dat de argumenten die worden aangedragen op z´n minst toereikend zijn (het vierde criterium binnen het HART-model).

De indeling tussen pro- en contra-argumenten kan je vervolgens prima helpen bij het stellen van de juiste vragen wat de toereikendheid van betogen betreft. Indien iemand een bepaald standpunt enkel onderbouwt met pro-argumentatie - dus met een of meerdere argumenten die voor het standpunt spreken - is de kans groot dat het betoog of de redenering niet toereikend is. Dat niet aan alles is gedacht: de andere kant van de kwestie is immers niet belicht.

Vraag je om te beginnen daarom altijd af in hoeverre in een betoog of redenering aan tegenargumentatie tegemoet wordt gekomen.

Contra-contra-argumentatie
Nu kan het voorkomen dat in een betoog of redenering reeds tegemoet wordt gekomen aan tegenargumentatie. Als dit gedaan wordt, dus reeds geanticipeerd wordt op mogelijke tegenargumenten, dan heb je te maken met contra-contra-argumentatie. Contra-contra-argumenten zijn tegenargumenten op het (mogelijke) tegenargument van een ander. Contra-contra-argumenten maken de argumentatie van een betoog meer toereikend. Het is in zo´n geval dan ook minder noodzakelijk om het betoog op tegenargumentatie te bevragen. Die is immers - misschien impliciet - gegeven doordat tegen-tegen-argumentatie wordt genoemd.

Een betoog waarin reeds contra-contra-argumentatie is opgenomen, kun je beter op iets anders bevragen. Niet wat betreft de tegenargumentatie en of hier reeds over nagedacht is maar wel over de aanvaardbaarheid en relevantie van wat hierin beweerd wordt (de andere HART-criteria). Blijf ondertussen opletten: misschien komt de beroepsbeoefenaar wel aan voor de hand liggende tegenargumentatie tegemoet maar wordt andere relevante tegenargumentatie (bewust of onbewust) niet besproken en weerlegd.

Vragen stellen als een advocaat van de duivel
Als een beroepsbeoefenaar relevante tegenargumentatie niet weerlegt (of op z'n minst bespreekt) dan doe je  er goed aan om zelf de andere kant te belichten. Om als een advocaat van de duivel, als een soort tegenspreker, het tegenovergestelde standpunt in te nemen, hier argumenten voor te vinden en de beroepsbeoefenaar hierop te bevragen.  Dit zal de kwaliteit van de onderbouwing en hiermee de de kwaliteit van de oordeelsvorming / besluitvorming zeker ten goede komen.

Voorbeeld
Stel je werkt bij een gemeente. Op een dag blijkt dat een collega van je - namelijk collega X - van een burger € 200,- als cadeau heeft aangenomen. Een andere collega heeft dit ook gehoord en hij vertelt tegen jou dat hier wel sprake moet zijn van niet-integer handelen door collega X. Volgens de gemeentelijke integriteitscode is het aannemen van een cadeau van € 200,- immers een vorm van niet-integer handelen. Misschien wil jij dit standpunt ook wel innemen ("mijn collega X is niet integer") maar het valt echter te verwachten dat de betreffende collega van je het hier niet mee eens. Misschien zijn er redenen waarom hij dit cadeau heeft aangenomen? Indien collega X niet aanwezig is om zichzelf te verdedigen, kun jij - als advocaat van de duivel - je collega hierop aanspreken. Misschien was het geen cadeau maar iets anders? Misschien heeft hij het cadeau doorgegeven aan een goed doel? Misschien heeft hij goedkeuring van zijn leidinggevende? Misschien ... Misschien overtuigen deze redenen nog niet maar hierover nadenken en hierop anticiperen maakt het standpunt ("Collega X is niet integer)  wel beter onderbouwd.

Nu kan het stellen van dit soort vragen soms lastig zijn. De positie van advocaat van de duivel wordt niet altijd door iedereen even goed omarmd. Het inbrengen van tegenargumentatie wordt namelijk helaas soms gezien als een vorm van negatieve kritiek terwijl dit niet zo is. Of je wordt gezien als iemand die niet mee wil gaan met de groep (helaas een cognitieve valkuil). Of als dom versleten. Maar laat je niet hierdoor uit de weg slaan: door het bespreken van de andere kant van een zaak maak je een betoog of redenering enkel beter onderbouwd. En dat is in het voordeel van iedereen. Een goede inleiding op je vraag kan hierbij helpen.

Voorbeeld
Neem bovenstaand voorbeeld. Als jij je collega - die collega X verwijt dat hij niet integer is - wilt bevragen op zijn standpunt, kun je deze misschien inleiden met: "Goed punt. Ik ben het denk ik wel met je eens. Onbegrijpelijk dat hij dat heeft gedaan. Ik ben wel benieuwd wat zijn beweegredenen waren. Zou het misschien niet kunnen dat hij goedkeuring had van zijn baas?" Of "Inderdaad! Nu spreek ik hem vanmiddag nog en ik wil wel goed voorbereid met hem in gesprek gaan. Zouden er redenen kunnen zijn dat hij toch dit bedrag mocht aannemen?"

Contra-argumenten kunnen zich trouwens richten op het standpunt of op de gegeven argumentatie (dus de pro-argumenten). Niet zelden is een tegenargument vaak een voorbehoud: een nuance op een algemeen standpunt. Dit zag je ook in bovenstaande voorbeelden. De regel waar klaarblijkelijk van wordt uitgegaan is duidelijk: iedere gemeente-ambtenaar die een cadeau van € 200,- aanneemt, is niet integer. In de tegenarumentatie wordt gezocht naar uitzonderingen ("Behalve als zijn leidinggevende toestemming heeft gegeven; dan moet je bij hem of haar zijn?")[1].

Samenvattend: ook al ben je het met een standpunt eens, bekijk de kwestie ook eens van de andere kant; het kan een betoog of redenering beter maken.

Vervolg
De volgende twee bijdragen zijn verdiepingsstukken ter afronding van dit deel dat gaat over argumentatiestructuren. De eerste bijdrage zal gaan over het maken van een argumentatiestructuur van een contra-contra-argumentatie. In de tweede bijdrage zal vervolgens worden uitgelegd hoe je een argumentatiestuctuur niet enkel kunt inzetten om een betoog van een ander nog beter te bevragen maar ook om zelf een goed betoog op te stellen. Dit hoofdstuk over het bevragen van een betoog of redenering op helderheid zal tot slot afgesloten worden met het helder krijgen van wat beweerd wordt. Vervolgens maken we de overgang naar het stellen van vragen op basis van het tweede HART-criterium: de aanvaardbaarheid van wat beweerd wordt.
 
__________
[1]
Let op: of dit een goede reden is en dus ambtenaar X vrijpleit, staat hier niet ter discussie. Misschien vind jij nog steeds dat de ambtenaar X niet integer is als hij een cadeau van € 200,- aanneemt. Dus ongeacht of er toestemming is of niet. Daar gaat het hier ook niet om. Ik wil met het voorbeeld namelijk niet betogen dat iedere ambtenaar die een cadeau van € 200,- aanneemt na instemming van de leidinggevende op dit punt integer is. Het punt is enkel dat het oordeel wel anders kan worden indien er toestemming van een leidinggevende is gegeven: het is een relevant gegeven in deze kwestie. Stel je vindt dat ook na toestemming van de leidinggevende er nog steeds sprake is van niet-integer handelen. In dat geval zou je tegen-tegen-argumentatie interessant zijn en onderdeel kunnen gaan uitmaken van het betoog waarom er sprake is van niet integer handelen van X.