Er kunnen zich drie problemen voordoen bij het verhelderen van iemands redenering. Dit zijn de volgende:

1. Vaak zul je signaleren dat in een redenering of betoog – bewust of onbewust – door een schrijver ook niet relevante informatie is opgenomen. Stel je leest in een artikel een betoog waarin iemand zijn standpunt en onderbouwing verwoordt. Zo'n artikel geeft bijna per definitie meer informatie dan nodig zou zijn gezien het precieze betoog. Om dit betoog in beeld te brengen, zul je eerst deze niet relevante informatie moeten wegstrepen zodat je enkel de redenering van de auteur overhoudt. Met niet relevante informatie wordt (bij deze stap) dus de informatie bedoeld die niet relevant is voor het redeneerproces zoals dat waarschijnlijk door de schrijver is bedoeld. Later zul je lezen dat ook argumenten niet relevant kunnen zijn maar dat bedoel ik hier niet. Het gaat enkel om informatie die niet het standpunt uitdrukt of waarschijnlijk door de auteur als argument wordt beschouwd.

In de praktijk is het soms lastig om uit te maken of bepaalde informatie wel of niet deel uitmaakt van de redenering van een auteur. Indien je de auteur kent of als het een mondeling betoog betreft, zou je de persoon erop kunnen bevragen. Maar als dit niet mogelijk is dan geldt als richtlijn dat je deze informatie nog niet wegstreept. In een latere fase ga je namelijk vaststellen of een bepaald argument ook een goed argument is. Tijd voor een voorbeeld!

Voorbeeld niet relevante informatie 
Soms gebruikt een schrijver een of meerdere anekdotes om een betoog toe te lichten of leesbaar te maken. De vraag is of zo’n anekdote een argument is of niet. 

Neem onderstaande opinie:

“Steeds vaker komen gemeenten in opstand tegen het huidige coffeeshopbeleid. Alle reden om het huidige beleid aan te passen. De huidige insteek zorgt namelijk in de praktijk voor veel ellende; voor zowel gemeenten als voor burgers.

Het grootste probleem is het bekende tweeslachtige beleid: een eigenaar van een coffeeshop mag wel keurig pakjes van maximaal vijf gram verkopen maar hij mag de cannabis niet zelf telen of distribueren. Het gevolg is dat de productie van cannabis voor toenemende criminaliteit zorgt. Gemeenten worden geconfronteerd met allerlei illegale plantages die niet zelden in gewone buurten voor allerlei onveilige situaties zorgen. Daarnaast schuwt menig toeleverancier niet ervoor om bij de ingang van de coffeeshop klaar te staan met cocaĆÆne, heroĆÆne of XTC. Menig bezoeker, en incidenteel een coffeeshophouder, zal een aantrekkelijk aanbod niet uit de weg gaan.
 
Zo was ik vorige week in Limburg en sprak ik met de eigenaar van Coffeeshop Higher Ground. Hij vertelde me dat hij dagelijks te maken had met kleine incidenten. Jongens voor de ingang die zijn klanten benaderden voor andere drugs of die klanten …”

In de laatste alinea komt de schrijver met een eigen anekdote: een bezoek te Limburg. Maar is dit nu een argument – een onderbouwing van eerder genoemde problematiek – of is dit bijvoorbeeld bedoeld om het betoog boeiender te maken of om jezelf als autoriteit neer te zetten? Waarom dit voorbeeld gegeven wordt, is lastig vast te stellen. Indien de mogelijkheid er zou zijn, zou ik de auteur zeker hierop bevragen.

Er zijn verschillende redenen waarom een iemand in een artikel meer informatie zet dan nodig zou zijn als betoog. Ten eerste kan iemand gewoon de stof niet beheersen. Daarnaast kan een schrijver extra informatie hebben toegevoegd om een tekst leesbaarder te maken. Enkel het weergeven van een standpunt met argumenten leest namelijk niet prettig. Zonder enige achtergrondinformatie (context) kan dit zelfs vrij lastig zijn. Ten derde kan een schrijver extra informatie hebben opgenomen om te verhullen dat zijn standpunt en argumentatie zwak is. Extra, niet relevante informatie moet dit dan verbloemen. Als dit bewust is gedaan, kun je zelfs spreken van misleiding. 

Concreet zie je vaak zes vormen van niet relevante informatie terug:
(1) Zaken die niets met het onderwerp hebben te maken
(2) Structuurinformatie: zinnen als  “Hierna zal ik vier argumenten uiteenzetten” of “Ik zal afsluiten met een samenvatting”.
(3) Contextinformatie: zinnen die uitleggen waarom iets een discussie is. Veel artikelen beginnen met een kleine uitleg van de achtergrond – met name de geschiedenis – van een discussie. Dit is echter niet relevant voor het betoog zelf.
(4) Procesinformatie: zinnen die uitleggen waarom het belangrijk is om het betoog te houden of om deze op de agenda te zetten of te houden.

Voorbeeld procesinformatie
Met name politici kunnen erg goed zijn in het geven van procesinformatie in plaats van informatie die inhoudelijk betogend van aard is. Een voorbeeld van een nietszeggend antwoord:

Journalist: “Meneer Jansen, vindt u – gelijk aan de heer Pietersen – dat we doorschieten in het vrijlaten van de semi-publieke sector? Maken de huidige problemen bij woningbouwverenigingen niet duidelijk dat de overheid meer regels moet stellen?”
Politicus: “Ik wil namens mijn partij benadrukken dat dit onderwerp, en ik zou zeggen reeds sinds het ontstaan van onze partij, onze continue aandacht heeft. We hebben het om die reden ook tijdens de vorige behandelingen eind mei weer besproken en we zullen het ook in de toekomst blijven agenderen. De kiezer mag ervan uitgaan dat wij diens belangen ook hier goed zullen behartigen.”

(5) Voorbeelden: soms geeft een schrijver voorbeelden die niet bedoeld zijn om te overtuigen maar enkel om het artikel toegankelijker te maken. Hierboven heb je echter gelezen dat het soms lastig is om vast te stellen of dit enkel dit doel heeft of dat het toch een argument is.
(6) Herhaling: zinnen die enkel herhalen wat eerder is gezegd, kun je ook wegstrepen. Dit geldt ook voor zinnen die het voorgaande samenvatten [1].

Voorbeeld herhaling
Stel iemand redeneert als volgt: “Om te voorkomen dat bestuurders van organisaties zich te veel laten leiden door zelfzucht zou een bestuurder geen hoge bonus mogen ontvangen. Enkel dan kunnen we voorkomen dat bestuurders zich laten leiden door zelfzucht.” 

In dit versimpelde voorbeeld is duidelijk sprake van herhaling: de persoon verwoordt hetzelfde argument twee keer. Je ziet hier echter enkel Ć©Ć©n standpunt (“een bestuurder zou geen hoge bonus mogen ontvangen”) en een argument (“om te voorkomen dat bestuurders van organisaties zich te veel laten leiden door zelfzucht”).

2. Ten tweede zul je - zoals je eerder hebt gelezen - soms moeten concluderen dat niet alles volledig benoemd wordt in een betoog. Dat niet alle redeneerstappen expliciet zijn opgenomen. 

Dit hoeft niet direct slecht te zijn. Om onze communicatie efficiĆ«nt te houden, noemen we - zoals eerder gezegd - heel veel zaken niet. Dit betekent echter nog niet dat je alles maar kunt aannemen. Het helder krijgen van wat precies gezegd wordt, is zeker in deze situatie belangrijk. Dit gaat natuurlijk nog meer op als je het vermoeden hebt dat je misleid wordt. Pas als volledig helder is wat en met welke denkstappen betoogd wordt, is een betoog controleerbaar (en kunnen we het evalueren aan de hand van de andere drie criteria). In terminologie van het vorige hoofdstuk: je zult moeten achterhalen wat verzwegen is (waarover je in dit hoofdstuk nog een extra verdieping zult krijgen). Dit is een aandachtspunt bij de vierde positief-kritische vraag: "Hoe moet je het standpunt en argumentatie precies samen lezen?".

3. Tot slot kan het probleem zich voordoen dat de argumenten van de beroepsbeoefenaar geen onderlinge logische [2] volgorde kennen. In dat geval zullen de toehoorders van een betoog waarschijnlijk de inhoud niet begrijpen, laat staan hier mee instemmen. Net zoals jij minder snel overtuigd zou moeten zijn als een ander een ongestructureerd, warrig betoog houdt.

Voorbeeld noodzaak logische volgorde 
Een voorbeeldredenering om te verduidelijken waarom ook de volgorde er toe doet. Het voorbeeld gaat over het wel of niet invoeren van de doodstraf: 

Ik ben voor de invoering van de doodstraf want de mogelijkheid gestraft te worden met de doodstraf zal mensen afschrikken omdat ik verwacht dat de criminaliteit hierdoor zal verminderen.

Is dit een logische redenering? Het lijkt er wel op, al laat de redenering zich waarschijnlijk wel lastig lezen. Onder elkaar gezet:

Standpunt: Ik ben voor invoering van de doodstraf
→ Want de mogelijkheid gestraft te worden met de doodstraf zal mensen afschrikken (subargument 1)
→ → Omdat ik verwacht dat de criminaliteit hierdoor zal verminderen. (subargument onder 1)

Lees het argument rustig na en probeer te begrijpen wat hier staat. Waarschijnlijk begrijp je het argument wel, maar voel je aan dat de redenering niet helemaal goed loopt. Iemand die dit argument hoort, zal kunnen twijfelen. Misschien niet om de inhoud, maar toch klopt er iets niet. Het bezwaar is dat de argumenten (1) en (2) zijn omgedraaid. Pas door deze om te wisselen ontstaat een goedlopend argument:

Standpunt: Ik ben voor invoering van de doodstraf
→ Omdat ik verwacht dat de criminaliteit hierdoor zal verminderen. (2)
→ → Want de mogelijkheid gestraft te worden met de doodstraf zal mensen afschrikken (1)

Nu is dit een eerste, vrij eenvoudig voorbeeld dat laat zien dat het helder krijgen van de opbouw van een redenering niet onbelangrijk is. In de volgende bijdrage zal ik je een standaardaanpak aanreiken waarmee je dit verhelderen zo goed mogelijk kunt aanpakken, namelijk door middel van het opstellen van en bevragen op basis van een argumentatiestructuur van een betoog. De meerwaarde van een argumentatiestructuur is dat je hiermee een zo goed mogelijk antwoord kunt krijgen op de vierde kritische hoofdvraag: hoe moet je de redenering / het betoog precies lezen? Vooral bij grote, complexe betogen kan dit je analyse versterken en zal dit kunnen resulteren in extra vragen aan de auteur van het betoog.

__________

[1]
Door veel auteurs wordt het opnemen van een samenvatting in een betoog ook aangeraden. Zie bijvoorbeeld Kuenen, J. - Debatteren, overtuigend argumenteren over beleid, Uitgeverij De Graaf, 2010, bladzijde 34.
  
[2]
Het woord “logisch” wordt in de praktijk vaak op verschillende manieren gebruikt. Gebruik van deze term verdient om deze reden niet de voorkeur tenzij wordt beschreven wat niet logisch is (bijvoorbeeld Schaaijk, G.A.F.M. van, Praktijkgericht juridisch onderzoek, Boom Juridische Uitgevers, 2011, bladzijde 188). Indien de volgorde van argumenten – zoals hier beschreven – niet te volgen is, spreken sommige mensen bijvoorbeeld van een niet-logisch betoog. Maar ook indien er conclusies worden getrokken uit argumenten die er niet toe doen (door gebruik van niet-relevante-argumenten) of als een conclusie wordt getrokken uit argumenten die niet volledig zijn (sprake is van een niet-toereikend-betoog) wordt dit soms als niet-logisch gekwalificeerd. De kunst is dus om uit te drukken wat aan een betoog of redenering niet logisch is: soms raakt dit de volgorde, soms de relevantie van de gekozen argumenten en soms het aantal argumenten dat wordt aangedragen.