In eerdere bijdragen heb ik uitgelegd dat van professionals wordt verwacht dat ze kennis in het algemeen en oordelen in het bijzonder onderbouwen met argumenten (bij elkaar samen, spreek je dan van een betoog of een redenering). En dat het goed is ze hierop te bevragen.

Nu is het echter niet altijd voor iedereen helder wat argumenteren precies is en wat het verschil is tussen argumenteren en redeneren. In het dagelijks taalgebruik en in de beroepspraktijk worden de begrippen vaak door elkaar gebruikt. Soms bewust, soms onbewust. En in alle eerlijkheid: ook ik hanteer op deze startpagina het begrip argumentatie in wel zeer algemene zin. Toch zit er een verschil tussen de twee begrippen. Ik zal dit toelichten in deze extra bijdrage. Daarbij zal duidelijk worden dat er meerdere redenen zijn om te redeneren.

Redeneren en argumenteren in het dagelijks taalgebruik
In het dagelijks taalgebruik worden de begrippen redeneren en argumenteren vaak door elkaar gehaald. Ook bijvoorbeeld de Van Dale lijkt dit te doen als het stelt dat  argument en reden - in sommige uitspraken - synoniem zijn aan elkaar. Dit komt ook vanzelfsprekend over. Indien iemand bijvoorbeeld een argument geeft tegen de doodstraf dan geeft de persoon  - zo zeggen we dan - de reden waarom hij of zij tegen de doodstraf is. Toch zijn de begrippen niet altijd gelijk aan elkaar. Kort samengevat: ieder argument is een reden maar niet iedere reden die gegeven wordt, is een argument.

Voorbeelden
(1) Ik zal eerst een voorbeeld geven waarbij de reden die gegeven wordt een argument is. Stel een docent geeft een reden waarom volgens hem studenten op tijd moeten komen. Bijvoorbeeld omdat de studenten anders niet mee kunnen doen met een bepaalde oefening. De meeste studenten zullen aanvoelen dat deze reden een argument is voor het standpunt van de docent. De docent probeert de studenten ervan te overtuigen dat ze op tijd moeten komen.

(2) De docent kan daarnaast een reden geven waarom hij niet op een afgesproken tijdstip aanwezig was. Stel een groep studenten heeft om 13.30 uur een afspraak met de docent maar hij komt 10 minuten later binnen. Gevraagd naar de reden voor zijn late komst, vertelt de docent dat hij een lekke band had onderweg. De reden "een lekke band" wordt duidelijk niet aangedragen om de studenten ervan te overtuigen dat hij te laat was. Dat was wel duidelijk. Dit voorbeeld laat zien dat er soms een verschil is tussen argumentatie en redenering. Dit verschil kan verklaard worden als we kijken naar de mogelijke doelen van argumenteren en redeneren. 

Het verschil
Argumenteren heeft tot doel de ander te overtuigen van een standpunt. Neem het eerste voorbeeld. De studenten zijn mogelijk nog niet overtuigd dat ze op tijd moeten komen - of ze weten nog niet wat ze gaan doen - en de docent probeert ze met een reden te overtuigen. De reden is een argument.

Als de docent echter - zoals in het tweede voorbeeld - een reden aandraagt waarom hij niet om 13.30 aanwezig was dan hoeven de aanwezige studenten niet ervan overtuigd te worden dat de docent niet op tijd was. Over deze conclusie zal overeenstemming zijn: de docent was niet - als afgesproken - om 13.30 aanwezig. Enkel over de redenen waarom dit was, was onduidelijkheid. Hier zien we een tweede doel om redenen te geven: om iets uit te leggen. In dit geval geeft de docent een antwoord op de vraag waarom hij te laat was. Je kunt ook spreken van verklaren. De docent geeft een verklaring waarom hij niet om 13.30 aanwezig was. De oorzaak wordt gegeven. We horen ook dit terug als een moeder tegen haar kind zegt: "heb je een verklaring voor je gedrag?" of "kun je uitleggen waarom je dat gedaan hebt?"

De kunst van vragen stellen bij oordelen en redeneringen

 
Feit versus Oordeel
Dit verschil hangt nauw samen met het verschil tussen feiten en oordelen. Feiten kun je beschrijven en verklaren/uitleggen terwijl je oordelen moet beargumenteren (wil je de ander overtuigen). Zie hiertoe ook wat ik eerder heb geschreven over het verschil in kennissoorten. Je kunt uitleggen waarom een appel uit de boom valt (iets met zwaartekracht e.d.) maar je hoeft geen redenen aan te dragen om de ander ervan te overtuigen van het feit dat appels uit de boom vallen. Iedereen weet dat het waar is dat appels op een gegeven moment uit de boom vallen. Dit is anders bij bijvoorbeeld het oordeel dat Nederland nooit de gulden had moeten opgeven. Voor een dergelijk oordeel zijn argumenten nodig wil iemand het als juist kwalificeren. Gezien de verschillende verwachtingen is het belangrijk om bij beweringen de volgende vraag te stellen:


Moet je nog overtuigd worden of wordt iets beweerd waar je het wel mee eens bent maar waarvan nog enkel de vraag is hoe je het kunt verklaren?


Nu zit er wel een addertje onder het gras. Het verschil tussen feiten en oordelen kun je namelijk niet maken enkel op basis van de constatering of je wel of niet overtuigd-moet-geraken ervan. Zo dachten veel mensen in de vijftiende eeuw nog dat de aarde plat was. En al konden wetenschappers uitleggen (bewijzen) waarom dit niet waar was, waren veel mensen toch nog niet overtuigd. De aarde is echt plat: ik zie het toch zelf als ik naar de horizon kijk?

Klinkt dit vreemd? Vergis je niet. Bij sommige feiten, met name feiten die we zelf niet makkelijk kunnen controleren, kan dit probleem zich zomaar voordoen. Hoe zeker ben je bijvoorbeeld van de feitelijke bewering dat er op Mars minder zwaartekracht is dan bij ons? Omdat niet iedereen zeker ervan is dat het klopt, lijkt het een oordeel. Het is echter een feit (dat waar of niet waar kan zijn) [1].
 
Drie redenen om te redeneren
Het bovenstaande laat ons zien dat er minstens twee redenen zijn waarom mensen redeneren. Ten eerste om te argumenteren: om (1) de ander te overtuigen van een standpunt. Ten tweede om (2) iets uit te leggen; om een verklaring voor een verschijnsel te geven. De ander hoeft hierbij niet meer overtuigd te worden (denk aan het voorbeeld van te laat komen).

In de literatuur wordt ook nog soms een derde reden gegeven waarom mensen redeneren: namelijk om (3) begrip te kweken. Bij deze optie zijn de redenen dus niet enkel bedoeld om de ander te overtuigen en ook niet bedoeld om alleen maar uitleg te geven. Het doel is om begrip te kweken: om de redenen aan te dragen waarom iemand iets heeft gedaan of vindt. Deze derde reden om te redeneren zit eigenlijk tussen argumenteren en verklaren in. Iemand legt uit waarom hij of zij heeft gehandeld en hoopt dat de ander dit zal begrijpen. De ander hoeft echter niet helemaal overtuigd te geraken. Al zal dat natuurlijk wel gehoopt worden [2].

Verschil reden en oorzaak?
Tot slot nog een opmerking over het begrip reden. Als je kijkt naar de herkomst van het begrip dan lijkt dit direct verbonden te zijn met het begrip rede. Met iets wat een menselijk, verstandelijk (inwendig) keuzemoment impliceert. Indien we uitgaan van deze definitie kan er geen reden zijn voor een appel om uit een boom te vallen. Een appel heeft immers geen rede; geen mens hoeft bij het vallen van een appel uit een boom een rol te spelen (verklaring: de appel was te zwaar e.d.). Klopt bovenstaande uitleg dan wel? Met andere woorden: kun je een verklaring - waarom een appel uit een boom valt - wel een reden noemen (namelijk de reden waarom een appel uit de boom valt)?

Dit is afhankelijk van de definities die je hanteert. In de praktijk maar ook binnen de informal logic / argumentatieleer wordt steeds vaker voor een oorzaak van iets het begrip 'reden' gebruikt. Dit overeenkomstig het bovenstaande schema: een reden kan soms ook een verklaring zijn (zijnde een oorzaak dat een direct causaal verband toont). Niet iedereen zal dit echter zo zien [3].

Bijkomend probleem is dat in de praktijk een mogelijk subtiel verschil tussen oorzaak (als niet-menselijk, causaal verband) en reden (als menselijke-keuze) soms lastig te maken is. Niet zelden kent een verklaring ook - helemaal als wordt teruggegaan in het verleden - een menselijk aspect. Een verklaring wordt niet voor niets vaak opgevat als een verontschuldiging: als een reden om de ander ergens van te overtuigen.

Voorbeeld 1
Toen Sven Kramer tijdens de Olympische Spelen 2014 in Sotsji de zilveren medaille won - terwijl hij vooraf de gedoodverfde winnaar was - werd hem gevraagd wat de reden was voor zijn tegenvallende prestatie. Het antwoord van Kramer was dat zijn rug de hele week al opspeelde en hij hierdoor in de bochten niet voluit kon. Kramer leek hiermee een oorzaak te geven voor zijn "matige" prestatie.

In de nabespreking stelde Rintje Ritsma echter dat een topsporter als Kramer tijdens de Olympische Spelen niet over een slechte rug zou mogen beschikken. Kramer was volgens Ritsma mogelijk niet perfect voorbereid. Ritsma stelde hiermee de begeleiding en het trainingsprogramma van Kramer ter discussie. Kramer leek dit te bevestigen door zijn opmerking dat een slechte rug geen excuus is.

De slechte rug was hiermee dus misschien wel de oorzaak voor de mindere tijd maar nog niet de rechtvaardiging voor het slechte presteren. Mogelijk had de keuze van het trainingsprogramma invloed gehad op zijn rug? Het voorbeeld laat hiermee goed zien dan in de praktijk het vragen om een reden (voor iets wat bekend is; hier het slechte presteren) een oorzaak als antwoord kan opleveren maar dat achter de oorzaak toch nog een menselijke reden schuil gaat.

Voorbeeld 2
Neem de redenering: "De auto reed tegen de boom doordat de bestuurder dronken was." Het dronken zijn van de bestuurder is de oorzaak dat de auto tegen de boom reed. De auto heeft hiertoe niet gekozen dus dit zou eigenlijk niet als reden kunnen worden betiteld. Omdat iedereen echter begrijpt dat de auto niet zelf rijdt maar wordt bestuurd door een bestuurder - die in dit geval tegen de boom was gereden - vinden we het niet vreemd wanneer iemand toch zegt dat de auto tegen de boom was gereden  omdat - als reden - de bestuurder dronken was.

PS. Terzijde, maar de vraag is natuurlijk sowieso of het formele onderscheid tussen oorzaak (causaal, willoos verband) en reden (menselijke wilskeuze) nog wel houdbaar is. Een groot aantal onderzoeken heeft aangetoond dat onze keuzes vaak geen bewuste keuzes zijn. Het is eerder het rationaliseren van een oordeel dat we reeds onbewust hebben gemaakt.

__________

[1]
Omdat zelfs feiten een zekere onzekerheid kennen, kun je volgens sommige wetenschappers om die reden beter spreken over de waarschijnlijkheid van feiten in plaats van de waarheid ervan. Nog lastiger hierbij zijn feitelijke voorspellingen. Als je redenen aandraagt dat iets in de toekomst gaat gebeuren, ben je dan de ander aan het overtuigen of is dit een kwestie van een verklaring geven? Ik zal hier later op terugkomen.

[2]
Zie bijvoorbeeld Sinnott-Armstrong, W. en R.J. Fogelin, Understanding arguments: an introduction to informal logic, Cengage Learning, hoofdstuk 1 (2015), toegelicht via de online-Coursera-module “Think again, how to reason and argue” (2012), video lecture 12. Zie Coursera-Duke University, Think Again: How to Reason and Argue, https://www.coursera.org/course/thinkagain.

[3]
Sterker, sommige Engelstalige auteurs gaan nog verder en beschouwen explanations (uitleg) ook als argumenten. Zie bijvoorbeeld Sinnott-Armstrong en Fogelin (2015), bladzijde 7. In tegenstelling tot Sinnott-Armstrong maken bijvoorbeeld Bowell en Kemp wel dit onderscheid: je hebt argumentations en explanations. Zie Bowell, T. en G. Kemp, Critical Thinking, a concise guide, Routledge, 2010, bladzijde 20 e.v.