Of dit nu op het werk is of tijdens een studie: we komen veelvuldig in aanraking met gestandaardiseerde modellen en methodes. Modellen die een goede beschrijving moeten geven van hoe iets is, of werkt of zou moeten werken. En methodes waarvan gezegd wordt dat je zo het beste kunt werken. De vraag is steeds of dit echt zo is. In deze bijdrage vind je een overzicht met vragen die je als professional misschien eerst moet stellen.
Eerste versie: 17-09-2014
Laatst bijgewerkt: 23-04-2023 (voorbeeld toegevoegd)


Over de kunst van het stellen van vragen en doorvragen


Modellen en methodes in de beroepspraktijk

Binnen opleidingen en in de beroepspraktijk wordt veel gebruik gemaakt van bepaalde modellen (indelingen, frameworks, systemen) om de werkelijkheid te beschrijven of te duiden. Neem het bekende 7S-model. Met dit model zou je in staat moeten zijn om op goede wijze een organisatie te beschrijven (met als doel het meten van de kwaliteit). Of neem de populaire SMART-criteria om doelen te beschrijven, de kernkwadranten van Ofman en de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI). Ook het HART-model voor het stellen van goede kritische vragen is natuurlijk een voorbeeld van een indeling.

Vergelijkbaar zijn er ook allerlei methodes (werkwijzen, methodieken): manieren van werken die aangeraden of aangeleerd worden omdat die bewijsbaar leiden tot de beste prestaties. Die een evidence based practice zijn. Je kunt dan denken aan een aanpak voor leerkrachten om pestgedrag te voorkomen. Of een methode om te komen tot goede jeugdhulpverlening. Of een aanpak die bewijsbaar leidt tot meer bewustwording over wat gezond voedsel is.

Het probleem

De vraag die je echter steeds zou moeten stellen, is waarom je zo'n model of methode zou moeten omarmen (laat staan uit je hoofd leren).

Vooral studenten volgen vaak trouw de uitleg van een docent / trainer zonder de vraag te stellen of de methode wel deugt. Ook beginnende beroepsbeoefenaren zijn vaak geneigd om een bestaande praktijk zomaar te volgen.

Maar waarom zou het model of de methode nu goed zijn? 

Sommige modellen klinken bijvoorbeeld wel erg goed, terwijl helemaal niet duidelijk is in hoeverre het model volledig is:

Voorbeeld. Waarom bestaat het 7S-model nu precies uit zeven S'jes? Is dit niet heel toevallig? Waarom is het niet zes S en een Q? Waarom zou bijvoorbeeld het niet uit te spreken en laat staan makkelijk te onthouden RBURDKMAQ-model niet een veel betere beschrijving geven?

De praktijk laat daarnaast zien dat ook zogenaamde bewezen methodes nauwelijks tot niet wetenschappelijk bewezen zijn of te bewijzen zijn. Of dat ze ondanks een gebrek aan wetenschappelijk bewijs toch ingezet worden.

Voorbeeld 1. Neem bijvoorbeeld de discussie in 2014 rond de Jogg-methode: een methode om de toename van overgewicht onder kinderen en jongeren terug te dringen. Ondanks dat er geen bewijs was dat deze methode zou werken, subsidieerden diverse gemeenten organisaties die deze methode gingen inzetten [1].
Voorbeeld 2. Er zijn diverse onderzoeken die hebben laten zien dat veel antipestprogramma´s nauwelijks tot niet werken. Toch worden deze in de beroepspraktijk nog vaak ingezet [2].
Voorbeeld 3. Vergelijkbaar is ook de discussie na het faillissement van twee ziekenhuizen eind 2018 over hoe onderbouwd methodes / beleid in de zorg nu werkelijk zijn dan wel genegeerd worden [3].
Voorbeeld 4. In het onderwijs wordt vaak verwezen naar het gebruik van leerstijlen om leerlingen beter te laten leren. Dit is echter een onderwijsmythe waar ouders maar ook sommige leerkrachten nog voor vallen. Onderzoek dat leerlingen of studenten hun eigen leerstijl hebben, bestaat er niet volgens experts [4].

Nu kunnen er zeker goede redenen zijn om een model of methode wel te omarmen, maar het advies luidt om dit dan wel op goede gronden te doen. Wees hiertoe nieuwsgierig. Begin met het stellen van vragen!

Doe dit trouwens niet alleen als je toezichthouder, politicus, beleidsmaker of bestuurder bent of gaat worden. Stel deze vragen ook als beroepsbeoefenaar die een model of een methode gaat gebruiken. Anderen kunnen immers ernaast hebben gezet toen ze het model of de methode voorschreven. Bijkomend voordeel is daarnaast dat je als professional een model of methode veel beter kunt inzetten, als je weet wat de achtergrond en de beperkingen zijn van een model of een methode.

De vragen die je kunt stellen bij een model of methode

Hieronder volgt het vraagschema met vragen die je kunt stellen voordat je een model of methode omarmt. Of ze concreet toepasbaar zijn, is wel afhankelijk van het model, de methode, werkwijze of indeling. Verwacht daarnaast geen definitief antwoord. Met onderstaande vragen kun je echter wel een meer geĆÆnformeerde, verantwoorde en weloverwogen keuze maken.

VRAAGSCHEMA

1. Wie is de bedenker van de methode?
Zijn de auteurs autoriteiten in het vakgebied?
▪  Hebben de auteurs veel publicaties op hun naam staan? Wat is veel? Kun je dit afzetten tegenover andere auteurs?
Hebben de auteurs ook praktijkervaring in het vakgebied waarvoor jij de methode misschien gaat inzetten?

2. Hebben de auteurs belang bij de methode?
▪ Verdienen de auteurs met de methode?
▪ Geeft de methode hun een bepaalde reputatie?

3. Is de methode een bewezen methode?
▪ Is er (wetenschappelijk) onderzoek gedaan naar de juistheid van de methode? Is de methode zogenaamd evidenced based?
Is dit onderzoek gepubliceerd? In een wetenschappelijk tijdschrift? Is dit tijdschrift peer-reviewed? Is het onderzoek herhaald? Bestaat er meta-onderzoek?
▪  Bestaat er ook (wetenschappelijke) kritiek? Wat is deze kritiek?

Tip: pas op met het centraal stellen van je eigen ervaring. Dat de SMART-criteria voor jou werken, wil nog niet zeggen dat deze criteria ook werken voor andere studenten/beroepsbeoefenaren. Ben je niet de uitzondering?

4. Zijn er verwante methodes?
▪ Waarin verschillen dan de methodes? Welke methode bestaat al langer? Kun je dit verklaren?
▪ Zijn er ook methodes die juist een andere aanpak hanteren? Waarom kiezen zij voor een andere aanpak?

Tip: ook voor andere, verwante methodes geldt: stel dezelfde vragen.

5. Wordt de methode ook in de praktijk toegepast?
▪ In hoeverre wordt de methode gebruikt binnen het bedrijfsleven of overheidsinstellingen?
▪ Zie je de methode ook gebruikt worden in andere vakgebieden?
▪ Welke methode leren studenten / professionals bij andere onderwijsinstellingen?
▪ Zie je de methode ook gebruikt worden in andere landen (tip: kijk eens of de Wiki-pagina ook vertalingen kent. Neem het resultaat met een flinke korrel zou maar het kan wel indicatief zijn en je verder helpen in je onderzoek).

6. Is de methode compleet?
(vooral interessant bij methodes die 'toevallig' een acroniem zijn)
▪ Kun je - mede in het licht van de praktijk of andere methodes (zie voorgaande vragen) - een element bedenken dat ontbreekt? SMARTQ laat zich lastig uitspreken maar waarom zou niet net een Q ontbreken bij deze aanpak?
▪ Kun je een element herkennen dat overbodig is? Valt niet een element al onder een ander element? 

7. (extra) Is de methode op een andere methode gebaseerd?
Indien een methode op een andere methode gebaseerd is, stel in dat geval de vragen uit dit artikel bij de oorspronkelijke methode. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als een methode enkel een vertaling is van een methode uit een andere taal of een combinatie is van andere methodes.


Aanvullende vragen? Altijd welkom!

__________

[1]
Mieke van Stigt, Het verdienmodel van Evidence based methodieken, Socialevraagstukken.nl, 12 mei 2014 (link). In dit artikel staan nog meer voorbeelden. Met name het commentaar van Corine van Grumbkow is treffend: "Goed artikel; krachtig signaal. Maar wel te lezen als signaal tegen SLECHT onderzoek, dat er helaas wel veel is. Goed onderzoek eist idd onafhankelijke onderzoekers, die de juiste wetenschappelijke methoden gebruiken en tijdig de uitvoerders erbij betrekken."
 [2]
Volkskrant, Slechts weinig antipestprogramma's helpen echt tegen pesten, 24 mei 2018 (link)

[3]
Marcel Levi, Evidencebased beleid, Medisch Contact, 23 oktober 2018 (link)

[4]
Zie bijvoorbeeld De Correspondent, Waarom we de ‘dromers, denkers en doeners’ uit het onderwijs moeten verbannen, 16 februari 2017 (link) of Volkskrant, Dat leerstijlen kinderen helpen in het onderwijs, is volgens experts een 'onuitroeibare' mythe, 2 april 2021 (link)